Toelichting door voorzitter Wilms.
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
Exploitatiesaldo | 64.651 | 93.552 | 93.473 | 94.631 | 90.662 |
Investeringssaldo | -4.500 | -6.000 | 0 | -5.000 | 0 |
Financieringssaldo | -66.014 | -92.027 | -97.844 | -93.844 | -97.974 |
Budgettair resultaat van het boekjaar | -5.862 | -4.475 | -4.371 | -4.214 | -7.312 |
Gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar | 375.981 | 370.119 | 365.643 | 361.272 | 357.059 |
Beschikbaar budgettair resultaat | 370.119 | 365.643 | 361.272 | 357.059 | 349.747 |
AFM | -5.862 | -4.475 | -4.371 | -4.214 | -7.312 |
Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen en het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, rekeningstelsels en digitale rapportering van de BBC.
de aanpassing van het meerjarenplan met de wijziging van de kredieten voor 2021 en de kredieten voor 2022 voor AGB Tessenderlo goed te keuren.
Toelichting door voorzitter Wilms.
De oppositie zal zich onthouden.
Raadslid Gaethofs verduidelijkt dat hij zich wenst te onthouden omdat de wijzigingen toch wel wat impact hebben op de cijfers.
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
Exploitatiesaldo | 3.997.833 | 1.490.473 | 1.615.025 | 1.783.171 | 1.308.423 |
Investeringssaldo | -10.029.762 | -10.438.443 | -12.524.665 | -7.456.505 | -2.894.355 |
Financieringssaldo | -644.597 | -551.005 | 9.007.572 | -812.753 | -825.561 |
Budgettair resultaat van het boekjaar | -6.676.526 | -9.498.975 | -1.902.068 | -6.486.087 | -2.411.494 |
Gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar | 30.918.330 | 24.241.804 | 14.742.828 | 12.840.761 | 6.354.673 |
Beschikbaar budgettair resultaat | 24.241.804 | 14.742.828 | 12.840.761 | 6.354.673 | 3.943.180 |
AFM | 3.219.970 | 717.818 | 377.947 | 726.268 | 233.711 |
Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen en het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, rekeningstelsels en digitale rapportering van de BBC.
Het agendapunt wordt aangenomen met 14 stemmen voor en 8 onthoudingen (N-VA: Geyskens L., Carmans R., De Jong A., Kortleven I, Open Vld: Gaethofs C., LOOI.nu: Van den Bossche S., Groen: Camps D., Onafhankelijke: Moonen J.)
de aanpassing van het meerjarenplan met de wijziging van de kredieten voor 2021 en de kredieten voor 2022 met betrekking tot de gemeente vast te stellen.
Toelichting door voorzitter Wilms.
Raadslid Gaethofs herhaalt zijn reden tot onthouding.
Raadslid L. Geyskens vraagt naar de wijziging in de investeringen.
Toelichting door financieel directeur Karolien Alders. Zij verwijst naar de nominatieve opsomming in bijlage in het dossier.
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
Exploitatiesaldo | 3.997.833 | 1.490.473 | 1.615.025 | 1.783.171 | 1.308.423 |
Investeringssaldo | -10.029.762 | -10.438.443 | -12.524.665 | -7.456.505 | -2.894.355 |
Financieringssaldo | -644.597 | -551.005 | 9.007.572 | -812.753 | -825.561 |
Budgettair resultaat van het boekjaar | -6.676.526 | -9.498.975 | -1.902.068 | -6.486.087 | -2.411.494 |
Gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar | 30.918.330 | 24.241.804 | 14.742.828 | 12.840.761 | 6.354.673 |
Beschikbaar budgettair resultaat | 24.241.804 | 14.742.828 | 12.840.761 | 6.354.673 | 3.943.180 |
AFM | 3.219.970 | 717.818 | 377.947 | 726.268 | 233.711 |
Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen en het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, rekeningstelsels en digitale rapportering van de BBC.
de aanpassing van het meerjarenplan met de wijziging van de kredieten voor 2021 en de kredieten voor 2022 met betrekking tot gemeente en OCMW goed te keuren.
Toelichting door voorzitter Wilms.
Raadslid L. Geyskens vraagt naar de reden waarom dit reglement moet aangepast worden.
Burgemeester Verwimp verwijst naar de vorige raadszitting waarbij het reglement inname openbaar domein werd gewijzigd. In uitvoering van dat reglement is nu een aanpassing van het tarief opgenomen in dit dossier.
Raadslid Gaethofs gaat meestemmen maar hij wil de nodige aandacht voor dergelijke belastingverhogingen.
Voor de algemene financiering heft de gemeente een belasting op de inname van het openbaar domein bij bouw- of andere werken. Vermits de houder van de toelating gebruik maakt van het openbaar domein is het aangewezen voor dit gebruik een belasting aan te rekenen. De afdeling Patrimonium stelt voor het tarief aan te passen en de administratieve procedure te vereenvoudigen.
De Grondwet, artikelen 41, 162 en 170, §4.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald de artikelen 2, 40, 41, 252, 286 tot en met 287 en 326 tot en met 335.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 over de gemeentefiscaliteit.
De financiële toestand van de gemeente.
Het agendapunt wordt aangenomen met 17 stemmen voor en 5 onthoudingen (N-VA: Geyskens L., Carmans R., De Jong A., Kortleven I., Onafhankelijke: Moonen J.).
met ingang van 1 januari 2022 en voor een termijn die eindigt op 31 december 2025 ten behoeve van de gemeente een belasting te heffen op de periodieke inneming van de openbare weg of gelijk welk deel van het openbaar domein door wagens, aanhangwagens, machines, afsluitingen, schutsels, panelen, materialen, containers of welke voorwerpen dan ook. Valt niet onder onderhavig reglement: de inneming van het openbaar domein waarvoor een specifiek belasting- of retributiereglement voorzien is;
het college van burgemeester en schepenen of haar aangestelde te machtigen de toelating af te leveren conform het ministerieel besluit van 7 mei 1999 en latere wijzigingen betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg en de gemeentelijke politieverordening inzake de privatieve ingebruikname van het openbaar domein van 25 juni 2007 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 2, § 12-13-14. De toelating kan enkel online aangevraagd en afgerekend worden via het digitale loket "inname openbaar domein" dat terug te vinden is op de gemeentelijke website. Deze toelating slechts volledige uitwerking te geven na betaling van de verschuldigde belasting;
voor alle in artikel 1 vermelde voorwerpen geplaatst op de openbare weg met het oog op het uitvoeren van werken die niet van openbaar nut zijn, de belasting per dag verschuldigd te verklaren.
- het tarief per dag per ingenomen m² voor wagens, aanhangwagens, machines, afsluitingen, schutsels, panelen, materialen, containers of welke voorwerpen dan ook vast te stellen op € 0,50 en
- het tarief per dag per lopende meter voor afsluitingen, schutsels, panelen, geplaatst op de rand van het openbaar domein eveneens vast te stellen op € 0,50.
De belastingschuldige te verplichten via het digitale loket van de gemeente zijn aanvraag en betaling te doen voor de volledige periode rekening houdende met de aanvraagtermijnen. Tevens moet hij voor het einde van de werken een eventuele verlenging van de werken opnieuw via het digitale loket van de gemeente aanvragen en betalen.
Het betalen van de belasting houdt geen enkel verband met de schadevergoeding die eventueel kan gevraagd worden naar aanleiding van de schade veroorzaakt bij de inname van het openbaar domein;
voor de berekening van de ingenomen oppervlakten en lopende meter voor elk gedeelte van een m² en een lopende meter een volledige meter aan te rekenen. Voor de bepaling van de oppervlakte worden de meest uitstekende gedeelten in aanmerking genomen van op de grond tot een hoogte van vier meter. Voor de berekening van de duur van de inname wordt voor elk gedeelte van een dag een volledige dag gerekend;
de overtredingen op dit reglement te laten vaststellen door daartoe aangestelde personeelsleden van de gemeente. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel;
te bepalen dat, indien de contante inning niet kan gebeuren, de contantbelasting wordt ingekohierd;
te bepalen dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger tegen een aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete, een bezwaarschrift kan indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk ingediend worden, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval ingediend worden binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat door het college van burgemeester en schepenen speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen de vijftien kalenderdagen na indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingplichtige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel directeur. Indien de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden, moet dit uitdrukkelijk vermeld worden in het bezwaar;
het reglement te laten bekendmaken op de webtoepassing van de gemeente, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd en de toezichthoudende overheid op de hoogte te brengen van deze bekendmaking;
het reglement van 16 december 2019 op te heffen en het nieuwe, aangepaste reglement te laten ingaan op 1 januari 2022 met een duurtijd tot en met 31 december 2025.
Toelichting door burgemeester Verwimp.
Het gemeentebestuur draagt zelf momenteel de last van de wettelijke pensioenen die verschuldigd zijn uit hoofde van het wettelijke pensioenstelsel van zijn statutaire personeelsleden.
De huidige pensioenverzekering is een levensverzekering, onderschreven door de verzekeringnemer op het hoofd en in het voordeel van zijn statutaire personeelsleden met het oog op het verzekeren van de financiering, het beheer en de betaling van de wettelijke rust- en overlevingspensioenen die verschuldigd zijn aan hen en/of aan hun rechtverkrijgenden.
Het beheer voor de berekening en de uitbetaling van de pensioenen werd uitbesteed aan pensioenverzekeraar Ethias die in het kader van de huidige overeenkomst een pensioeninstelling is, zijnde een instelling beoogd door boek II en III van de wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen.
De recentste pensioenstudie van Ethias voor gemeente Tessenderlo toont aan dat de pensioenlasten de volgende jaren hoger gaan uitvallen dan de basisbijdragen aan de huidige pensioenverzekering. Deze last stijgt sneller, hoofdzakelijk door het minder statutair vervangen van het vastbenoemd personeel. Hierdoor is een aansluiting bij het “gesolidariseerde pensioenfonds” van de provinciale en plaatselijke besturen, opgericht in de schoot van de voormalige RSZPPO (thans overgenomen door de Federale Pensioendienst – FPD) aan te bevelen.
De gemeente kan gebruik maken van de mogelijkheid voorzien in artikel 29 van de wet van 24 oktober 2011 en Ethias aanduiden als voorzorgsinstelling belast met het toekennen, het beheer en de betaling van de rust- en overlevingspensioenen ten laste van het gesolidariseerd pensioenfonds van de lokale besturen bij de RSZ/FPD.
Eveneens kan het gemeentebestuur bevestigen dat Ethias verantwoordelijk is voor het betalen van de verschuldigde maandelijkse basispensioenbijdragen en de eventuele aanvullende responsabiliseringsbijdragen zoals voorzien in artikel 32 van voornoemde wet, zodat :
- De gemeente toetreedt tot de pool van de lokale besturen bij de RSZ/FPD maar Ethias verantwoordelijk is voor het betalen van de pensioenbijdragen van 43,00% in 2022.
- Ethias elke maand rechtstreeks aan de RSZ/FPD de pensioenbijdragen van 43,00% betaalt in plaats van de gemeente.
- Ethias betaalt eveneens de jaarlijkse responsabiliseringsfactuur.
- De RSZ/FPD neemt de financiering van de pensioenen van gemeente Tessenderlo over voor een bedrag gelijk aan het bedrag aan bijdragen voor 2022, te weten 43,00% van de loonmassa (verdeling wordt definitief vastgesteld in 2023 wanneer de loonmassa en pensioenbetalingen 2021 gekend zijn). De recentste pensioenen worden eerst overgenomen.
- De huidige pensioenovereenkomst met Ethias wordt aangepast met inbegrip van een bijdragenverzekering, waarbij Ethias in de plaats van gemeente Tessenderlo wordt gesteld voor wat de pensioenbijdragen betreft verschuldigd aan de RSZ/FPD, zoals voorzien in artikel 15 van de huidige overeenkomst.
- Het verschil tussen de 43,00% die Ethias moet betalen aan de RSZ/FPD en de premie die de gemeente aan Ethias moet storten in het kader van de budgettaire meerjarenplanning wordt gedragen door de toegewezen en opgebouwde pensioenreserves, of eraan toegevoegd.
- De gemeente moet de werkgeverscode in de DMFA aangifte aanpassen naar 972 (43,00%) in de aangifte aan de RSZ/FPD zodat deze de correcte facturen kan opmaken aan Ethias.
- Voor de gepensioneerden verandert er niets. Ethias blijft hun pensioenen beheren, berekenen en uitbetalen.
- Nieuwe pensioendossiers moeten vanaf 2022 niet langer meer door de gemeente worden goedgekeurd. Deze pensioenen vallen immers ten laste van de RSZ/FPD en Ethias die de pensioenen vaststelt is onderworpen aan controle van de RSZ en de FPD.
Decreet Lokaal Bestuur 22 december 2017;
Artikel 5§ 3 van de wet van 24 oktober 2011 tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones;
Boek II en III van de wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen of in artikel 2, 1°, van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening.
voor de pensioenen van het statutair personeel toe te treden tot het Gesolidariseerd Pensioenfonds van de lokale besturen bij de RSZ/FPD met ingang van 1 januari 2022 gezien de jaarlijkse pensioenlast de volgende jaren meer bedraagt dan de jaarlijkse bijdragen volgens volgende modaliteiten :
- De RSZ/FPD neemt in het jaar van toetreding de last van de pensioenen over gelijk aan het bedrag van de basisbijdragen (43,00% in 2022), het betreft bij voorrang de recentste pensioenen.
- Alle nieuwe pensioenen vallen, na jaar van toetreding, ten laste van de RSZ/FPD.
- Blijft ten laste van de gemeente Tessenderlo: de eventueel niet door de RSZ/FPD overgenomen pensioenen.
- Volgens de wet van 24/10/2011 op het gemeenschappelijk pensioenfonds van de lokale besturen bij de RSZ/FPD wordt aan de voorzorgsinstelling (Ethias) gevraagd te blijven instaan voor de berekening en de betaling van de pensioenen en dat de vermelde voorzorgsinstelling ook in de plaats van het gemeentebestuur de pensioenbijdragen zal betalen aan de RSZ/FPD met inzet van het opgebouwde reservefonds. Op deze manier kunnen blijvend de voordelen van beide systemen gecombineerd worden, namelijk genieten van de externe financieringsmiddelen die herverdeeld worden binnen het pensioenfonds van de lokale besturen bij de RSZ/FPD en onafhankelijk van de RSZ/FPD zelf het financieringstraject bepalen met inzet van de opgebouwde reserves en kennis van de evolutie van de pensioenfactuur op lange termijn middels het actuarieel model. Het gemeentebestuur zal dus de pensioenbijdragen blijven betalen aan Ethias zoals budgettair voorzien in de meerjarenplanning en toch alle verplichtingen ten aanzien van de RSZ/FPD (43,00% bijdrage in 2021) en ten aanzien van de eventueel niet-overgehevelde pensioenen nakomen.
Het agendapunt wordt aangenomen met 18 stemmen voor en 4 onthoudingen (N-VA: Geyskens L., Carmans R., De Jong A., Kortleven I.).
Toelichting door burgemeester Verwimp bij punten 17, 18 en 19.
De gemeenteraad keurt het reglement ambulante handel na aanpassing van afdeling 2: organisatie van ambulante activiteiten op het openbaar domein buiten de openbare markten, afdeling 2.1: plaatsen op het openbaar domein waar de ambulante activiteit mag plaatsvinden zijn vooraf bepaald en artikel 27: de inwerkingtreding van het aangepast reglement.
Artikel 40 van het DLB.
De wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten, gewijzigd bij wet van 4 juli 2005, van 20 juli 2006, 22 december 2009, 21 januari 2013 en decreet van 24 februari 2017 meer bepaald de artikelen 8 tot en met 10.
Het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en organisatie van ambulante activiteiten, meer bepaald de artikelen 23 tot en met 44, gewijzigd bij Besluit Vlaamse Regering van 21 april 2017.
Het gemeentelijk reglement ambulante handel van 2 maart 2020.
Het agendapunt wordt aangenomen met 21 stemmen voor en 1 stem tegen (Onafhankelijke: Moonen J.).
het gemeentelijk reglement ambulante handel zoals dit integraal deel uitmaakt van het besluit goed te keuren;
het reglement over te maken voor toezicht aan het Agentschap Binnenlands Bestuur.
Toelichting door burgemeester Verwimp bij punten 17, 18 en 19.
Tot op heden heeft het gemeentebestuur een belastingreglement op de plaatsrechten op markten. Dit reglement is echter niet van toepassing op ambulante handel.
Bijgevolg werd er een nieuw retributiereglement opgesteld voor het gebruik van het openbaar domein voor openbare markten en ambulante activiteiten.
Met betrekking tot de tarieven voor het plaatsrecht op markten worden volgende aanpassingen voorgesteld:
- vast tarief per lopende meter voor een winterabonnement: de korting van 40% zoals voorzien in het huidige belastingreglement wordt verrekend in het nieuwe tarief, zijnde € 19,00 per lopende meter
- vast tarief per lopende meter voor een zomerabonnement: de korting van 30% zoals voorzien in het huidige belastingreglement wordt verrekend in het nieuwe tarief, zijnde € 22,00 per lopende meter
- afronding van de tarieven per lopende meter voor abonnementen naar het volgende gehele getal.
Met betrekking tot de tarieven voor het verbruik van elektriciteit afgenomen van de gemeentelijke marktkast wordt het volgende voorgesteld:
- per marktdag: € 1,75 voor afnemers met een klein vermogen en € 2,50 voor afnemers met een groot vermogen;
- abonnement voor zes maanden: € 40,00 voor afnemers met een klein vermogen en € 60,00 voor afnemers met een groot vermogen.
Een klein vermogen wordt hierbij gedefinieerd als een vermogen dat kleiner of gelijk is aan 4.000 watt. Een vermogen groter dan 4.000 watt wordt beschouwd als een groot vermogen. De marktkramer dient het vermogen dat hij wenst te gebruiken op te geven bij de aanvraag van de standplaats.
Volgende bepaling vervangt de bepalingen omtrent afname elektriciteit tijdens openbare markten door marktkramers zoals bepaald in artikel 5 van het besluit van 27 november 2017 omtrent de vaststelling van tarieven voor verschillende diensten:
Voor elektriciteit afgenomen door marktkramers:
- per week: € 1,20 voor installaties met daglicht € 1,80 voor kleine spots
- € 2,40 voor grote spots en frigo-installaties
- de betaling gebeurt per beurt voor toevallige marktkramers en voor vaste marktkramers halfjaarlijks op basis van 26 weken of jaarlijks op basis van 50 weken.
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 40;
Wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten, gewijzigd bij wet van 4 juli 2005, van 20 juli 2006, 22 december 2009, 21 januari 2013 en decreet van 24 februari 2017 meer bepaald de artikelen 8 tot en met 10;
Koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en organisatie van ambulante activiteiten, meer bepaald de artikelen 23 tot en met 44, gewijzigd bij Besluit Vlaamse Regering van 21 april 2017.
het retributiereglement op het gebruik van het openbaar domein voor openbare markten en ambulante activiteiten goed te keuren;
het besluit van de gemeenteraad van 28 januari 2002 omtrent het belastingreglement op de plaatsrechten op markten op te heffen en het nieuwe retributiereglement toe te passen vanaf 01 januari 2022;
de bepalingen omtrent afname elektriciteit tijdens openbare markten door marktkramers zoals bepaald in artikel 5 van het besluit van 27 november 2017 omtrent de vaststelling van tarieven voor verschillende diensten op te heffen;
het retributiereglement toe te zenden aan de hogere overheid.
Toelichting door burgemeester Verwimp.
Raadslid De Jong stelt dat N-VA zich zal onthouden gelet op het standpunt met betrekking tot de lokale RPR waarbij ook eerdere wijzingen niet werden goedgekeurd.
De wijzigingen voor de aanpassing van de rechtspositieregeling werden opgenomen in de bijlagen.
Er zal voor alle medewerkers van zowel gemeente als OCMW aandacht besteed worden aan een toelichting over deze wijzigingen.
Het ontwerp wordt voorgelegd aan de erkende vakbonden op 9 december 2021 voor advies.
Het ontwerp wordt voorgelegd aan het managementteam op 13 december 2021 voor advies.
Kan de gemeenteraad akkoord gaan met de aanpassingen van de rechtspositieregeling zoals in de bijlagen gevoegd, met inwerkingtreding vanaf 01/01/2022?
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 (BVR RPR).
Besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 (BVR RPR O).
Het agendapunt wordt aangenomen met 18 stemmen voor en 4 onthoudingen (N-VA: Geyskens L., Carmans R., De Jong A., Kortleven I.).
met ingang vanaf 1 januari 2022 goedkeuring te verlenen aan de aangepaste rechtspositieregeling van het lokaal bestuur Tessenderlo, waarvan de aangepaste artikelen en de aangepaste bijlagen zoals in bijlage gevoegd worden opgenomen;
afschrift van dit besluit aan de hogere overheid voor toezicht over te maken.