Terug
Gepubliceerd op 19/12/2019

2019_GR_00324 - Belasting op bouwen, verbouwen en het plaatsen van schutsels aanslagjaren 2020 tot en met 2025 - Goedkeuring

gemeenteraad
ma 16/12/2019 - 19:30 Raadzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Fons Verwimp, Karolien Eens, Stefan Govaerts, Willy Wilms, Alies Smeets, Inne Peys, Liliane Moonen, Paula Van Sweevelt, Nancy Sanen, Wouter Janssen, Guido Steurs, Liesbet Geyskens, Bob Geyskens, Ans De Jong, Johan Moonen, Isabelle Kortleven, Dirk Camps, Ronny Carmans, Nico Wilms, Kurt Vermeyen, Eric Verboven, Orlando Argento, Chris Gaethofs, Tom Thijsmans, Karolien  Alders

Verontschuldigd

Serge Van den Bossche, Jozef Van Aelst

Secretaris

Tom Thijsmans
2019_GR_00324 - Belasting op bouwen, verbouwen en het plaatsen van schutsels aanslagjaren 2020 tot en met 2025 - Goedkeuring 2019_GR_00324 - Belasting op bouwen, verbouwen en het plaatsen van schutsels aanslagjaren 2020 tot en met 2025 - Goedkeuring

Motivering

Argumentatie

Voor de algemene financiering heft de gemeente een belasting op de inname van het openbaar domein bij bouw- of andere werken. Vermits de houder van de toelating gebruik maakt van het openbaar domein is het aangewezen voor dit gebruik een belasting aan te rekenen.

Juridische grond

De Grondwet, artikelen 41, 162 en 170, §4.

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald de artikelen 2, 40, 41, 252, 286 tot en met 287 en 326 tot en met 335.

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

De omzendbrief KB/ABB 2019/2 over de gemeentefiscaliteit.

De financiële toestand van de gemeente.

Besluit

Het agendapunt wordt aangenomen met 17 stemmen voor en 6 onthoudingen (N-VA: Geyskens L., Moonen J., Carmans R., De Jong A., Kortleven I., LOOI.nu: Wilms N.)

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn die eindigt op 31 december 2025 ten behoeve van de gemeente een jaarlijkse belasting te heffen op de periodieke inneming van de openbare weg, stoepen, bermen, pleinen, of gelijk welk deel van het openbaar domein door wagens, aanhangwagens, machines, afsluitingen, schutsels, panelen, materialen, containers of welke voorwerpen dan ook. Valt niet onder onderhavig reglement: de inneming van enig gedeelte van het openbaar domein waarvoor een specifiek belastingreglement voorzien is;

Artikel 2

het college van burgemeester en schepenen of haar aangestelde te machtigen de vergunning af te leveren onder voorbehoud dat de vrije doorgang niet wordt belemmerd of een verkeersregeling verzekerd is door bijzondere schikkingen.

Deze vergunning slechts volledige uitwerking te geven na betaling van de verschuldigde plaatsrechten en/of waarborgsommen;

Artikel 3

voor alle in artikel 1 vermelde voorwerpen geplaatst op de openbare weg met het oog op het uitvoeren van werken die niet van openbaar nut zijn, de belasting per week verschuldigd te verklaren. Het tarief van deze belasting wijzigt naarmate de inname langer duurt.

- het tarief per week per ingenomen m² voor wagens, aanhangwagens, containers, materialen, stellingen, werfafsluitingen, schutsels, panelen, enzoverder vast te stellen op:

  • € 0,10 tijdens de eerste drie maanden;
  • wordt verdubbeld per extra drie maanden inname, dit wil zeggen € 0,20 voor de vierde tot en met de zesde maand, € 0,40 voor de zevende tot en met de negende maand, enzoverder;

- het tarief per week per meter voor afsluitingen, schutsels, panelen, geplaatst op de rand van het openbaar domein, zonder dat er een inname van het openbaar domein gebeurt vast te stellen op:

  • € 0,10 tijdens de eerste drie maanden;
  • wordt verdubbeld per extra drie maanden inname, dit wil zeggen € 0,20 voor de vierde tot en met de zesde maand, € 0,40 voor de zevende tot en met de negende maand, enzoverder;

de belastingschuldige vóór de aanvang van de werken te verplichten schriftelijk aangifte te doen van het begin en de duur ervan. Tevens moet hij op het einde van de werken schriftelijk het gemeentebestuur de juiste datum van het beëindigen van de werken meedelen.

Bij gebrek aan aangifte, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingschuldige, de belasting ambtshalve in te kohieren. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingschuldige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen. De ambsthalve ingekohierde belasting wordt dan verhoogd met 20% en wordt ook ingekohierd.

Voor de belasting is een minimumbedrag van € 12,30 verschuldigd.

Het betalen van de belasting houdt geen enkel verband met de schadevergoeding die eventueel kan gevraagd worden naar aanleiding van de schade veroorzaakt bij de inname van het openbaar domein;

Artikel 4

te bepalen dat voor de gevallen voorzien in artikel drie voor de inneming, indien het enkel het gebruik betreft, een waarborgsom te vragen. Deze forfaitaire waarborgsom bedraagt € 371,80 voor een inname tot en met 30 m² en € 743,60 voor een inname van meer dan 30 m². Deze som zal vrijgegeven worden onmiddellijk na de volledige ontruiming van de ingenomen oppervlakte onder voorbehoud dat er geen beschadigingen werden vastgesteld.

Wanneer een dwars- en of lengtegraving of gelijk welke opbraak wordt uitgevoerd, worden navolgende waarborgsommen geëist:

a) in zachte wegbermen of andere niet verharde gedeelten van het openbaar domein: vast recht € 37,10 + € 3,70 per lm;

b) in verharde voet- en fietspaden: vastrecht € 37,10 + € 29,70 per lm;

c) in verharde wegen, pleinen: vast recht € 37,10 + € 49,50 per m².

De vrijgave van de borgstelling voor de onder a) en b) vermelde werken te laten geschieden één jaar na de beëindiging van de werken en onder c) twee jaar na de beëindiging van de werken onder voorbehoud van volkomen herstellingen;

Artikel 5

de voorlopige plaatsing van materialen of voorwerpen die binnen de drie dagen zijn weggeruimd niet te onderwerpen aan de belasting;

Artikel 6

voor de berekening van de ingenomen oppervlakten en lopende meter voor elk gedeelte van een m² en een lm een volledige meter aan te rekenen. Voor de bepaling van de oppervlakte worden de meest uitstekende gedeelten in aanmerking genomen van op de grond tot een hoogte van drie meter. Voor de berekening van de duur van de inname wordt voor elke gedeelte van een week een volledige week gerekend;

Artikel 7

de overtredingen op  dit reglement te laten vaststellen door daartoe aangestelde personeelsleden van de gemeente. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel;

Artikel 8

te bepalen dat de kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar door het college van burgemeester en schepenen. Het kohier wordt tegen ontvangstewijs gezonden aan de met de invordering belaste financieel directeur die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen. Het aanslagbiljet bevat de verzendingsdatum en de gegevens vermeld in het kohier. Als bijlage wordt een beknopte samenvatting toegevoegd van onderhavig reglement;

Artikel 9

de belastingschuldige per gewone brief aan de betaling te herinneren wanneer de aangerekende belasting niet binnen de vastgestelde termijn van twee maanden betaald is en aan de belastingschuldige een aangetekende herinneringsbrief te versturen wanneer de aangerekende belasting niet volledig betaald is binnen de vastgestelde termijn van de eerste herinnering en voor deze aangetekende herinneringsbrief aan de belastingschuldige administratiekosten ten bedrage van € 12,50 aan te rekenen;

Artikel 10

te bepalen dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger tegen een aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete, een bezwaarschrift  kan indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk ingediend worden, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval ingediend worden binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending  van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat door het college van burgemeester en schepenen speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen de vijftien kalenderdagen na indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingplichtige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel directeur. Indien de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden, moet dit uitdrukkelijk vermeld worden in het bezwaar;

Artikel 11

het reglement te laten bekendmaken op de webtoepassing van de gemeente, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd en de toezichthoudende overheid op de hoogte te brengen van deze bekendmaking.